Expositie Cultureel Centrum Abtswoude
Expositie Hotel Coen Delft
Expositie in “Op Hodenpijl”
De opening werd gedaan door Paulien, met een prachtig verhaal:
Naar het verhaal de Poortwachter van Kafka Voor de ingang van de weg staat een poortwachter. Tot deze poortwachter komt een man en vraagt om toegang tot de weg. De poortwachter evenwel zegt dat hij hem die toegang NU niet kan verlenen. De man denkt na en vraagt: ‘Kan ik later naar binnen’. 'Niet uitgesloten,' zegt de poortwachter, 'nu echter niet'. Aangezien de poort naar de weg altijd openstaat, en de poortwachter terzijde treedt, bukt de man zich om door de poort naar binnen te kijken. Wanneer de poortwachter dat merkt, schiet hij in de lach en zegt: 'Als het je zo fascineert, en je zo graag wil, probeer dan toch ondanks mijn verbod naar binnen te gaan. Maar weet dan wel: ik ben machtig. En ik ben niet de enige poortwachter. Op elk kruispunt staan er poortwachters, de ene nog machtiger dan de andere. Dergelijke moeilijkheden had de man niet verwacht. De weg dient toch voor iedereen en altijd toegankelijk te zijn, dacht hij, maar wanneer hij nu de poortwachter in zijn bontmantel nauwkeuriger opneemt, zijn grote spitse neus, de lange dunne zwarte tartarenbaard, besluit hij toch maar liever te wachten tot hij toestemming krijgt om binnen te gaan. De poortwachter geeft hem een krukje en laat hem terzijde van de poort plaatsnemen. Daar zit hij dagen- en jarenlang. Hij doet steeds weer pogingen om binnengelaten te worden en verveelt de poortwachter met zijn verzoeken. Ook probeert hij met alles van waarde wat hij heeft meegenomen voor zijn reis de poortwachter om te kopen. Deze neemt het allemaal wel aan, maar zegt erbij: 'Ik neem het enkel aan om je de idee te geven dat je niets onbeproefd hebt gelaten.' Al die vele jaren observeert de man de poortwachter voortdurend. Hij denkt niet meer aan de andere poortwachters deze eerste lijkt hem de enige hindernis op zijn weg. Hij vervloekt het ongelukkige toeval, de eerste jaren ongegeneerd en hardop, naderhand als hij ouder wordt, gromt hij alleen nog maar voor zich heen. De man heeft niet heeft niet lang meer te leven. Voordat hij sterft komen in zijn hoofd alle ervaringen uit heel die tijd samen in een vraag die hij de poortwachter tot dusver niet heeft gesteld. Hij wenkt de poortwachter naar zich toe..' 'Iedereen wil toch deze weg bewandelen,' zegt de man, 'hoe komt het dan dat er in die vele jaren niemand behalve ik om toegang heeft gevraagd?' De poortwachter merkt dat het met de man afloopt en om zijn wegebbend gehoor nog te bereiken, brult hij hem toe: 'Hier kon niemand anders toegang krijgen, want deze ingang was alleen voor jou bestemd. Ik ga nu weg en sluit hem af." Dit verhaal is een mooie metafoor voor wat er gebeurt als je niet soms tegen de keer in keuzes maakt. Dat kost moeite, je zult zelf initiatief moeten ontwikkelen, je zult tegen heersende opinies en soms ook verboden in moeten gaan. Als je die keuze maakt dan kun je op je eigen weg wandelen. Jose maakt die keuze en passeerde al heel wat poortwachters, en dat is duidelijk te zien in haar werk. Het heeft ontegen- zeggelijk een eigenheid. Je haalt ze er zo uit. En ze is daarbij ook nog eens een eigenwijze kunstenares die niet van haar weg is af te brengen. Zo merkte ik bij het zien van het schilderij dansende vrouwen op dat ik vond dat een van de armen anatomisch niet goed zat. ‘Dat klopt niet’, zei ik nog. ‘Ja’ zei zij vrolijk, ‘dat klopt, maar hij staat waar hij moet staan.’ ‘Het klopt voor mij!’ En het is raar maar hoe vaker ik naar het schilderij kijk hoe vrolijker ik word van de dansende vrouwen en gaat het al helemaal niet meer over een anatomische kloppende arm maar om de dans, de ontmoeting, de eigen keuze, de eigen weg. Ik zou zeggen ga de schilderijen zien en laat je in beweging zetten.
En dan een prachtige foto van de expositieruimte, de kerk, gemaakt door Peter Arts.